Stichting Kinderboekenfestival houdt een lijst bij van kinderboeken, die er in en buiten Suriname verschijnen voor en over Suriname al of niet door Surinaamse auteurs. We laten hier drie van de nieuwe Surinaamse kinderboeken de revue passeren.

1. ‘Op de rug van bigi Kayman’ is geschreven door Henna Goudzand Nahar. Dit verhaal gaat over Afi en Kofi, die de hele dag op een plantage moeten werken. Ze zijn net als hun ouders tot slaaf gemaakt. Op een dag horen ze dat hun vader misschien verkocht zal worden. Dan zullen ze hem nooit meer zien! Als hun vader verkocht dreigt te worden, besluiten Afi en Kofi te vluchten naar ‘het landje tussen de moerassen’. Er komen in het verhaal pratende dieren voor, die Afi en Kofi in het oerwoud tegenkomen. De grootste rol speelt een grote kaaiman, waardoor Afi meteen aan het lied ‘Bigi Kayman’ denkt.

   Het is Henna Goudzand Nahar in dit boek gelukt om heel helder over de periode van de slavernij in Suriname te vertellen. In slechts 55 pagina’s krijg de lezer een goed beeld van het werken op de plantages en de ongelijkheid tussen de mensen in ‘het witte huis’ en op het land.  De tekst is verhalend, maar tegelijkertijd ook heel informatief. Hedy Tjin is illustrator en grafisch ontwerper en is regelmatig bij haar familie in Suriname. Tjin houdt ervan om maatschappelijke onderwerpen vriendelijk te presenteren. Met het boek Op de rug van Bigi Kayman bundelen Goudzand Nahar en Tjin hun kwaliteiten.

2. ‘Suzie en de groentekoning’ is geschreven door Jo-Ann Monsels. Geïnspireerd door het succes van haar eerste boek ‘Opa, wat is kokos?’ schreef ze het verhaal van haar tweede kinderboek ‘Suzie en de groentekoning’, waarin het thema landbouw weer aan de orde komt.
   • 
   • 

   Het verhaal speelt zich af in het district Saramacca, waar een groepje kinderen de oplossing kent om kinderen meer groenten te laten eten. Amier, Marie en de kleine Suzie maken een tekening voor de groentekoning. Ze zenden hun tekening in voor een spannende tekenwedstrijd over groenten. De uitslag van de tekenwedstrijd loopt onverwachts af, daar Suzie stiekem beschimmelde amsoi-blaadjes had toegevoegd in de envelop met hun groepstekening. Jo-Ann Monsels is geboren op 17 juni 1990. Ze richtte op 12 april 2021 officieel de Kinderuniversiteit Suriname op na een pilotproject van kindercolleges voor Surinaamse kinderen in samenwerking met andere alumni van de Vrije Universiteit Brussel.

   ‘Suzie en de groentekoning’ zal bij de Kinderuniversiteit Suriname gebruikt worden voor storytelling voorafgaand aan de kindercolleges. Het is een aanvulling op het lesmateriaal bij de Kinderuniversiteit Suriname om de leesvaardigheid en taalvaardigheid te bevorderen bij kinderen vanaf leerjaar 4. In samenwerking met het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname (CELOS) verzorgt Monsels mobiele kindercolleges over tuin- en landbouw op scholen in Saramacca. De kinderen leren planten in water, in de aarde, hoe ze landbouwgrond moeten testen en nog meer, waardoor ze op een hoger niveau tuin- en landbouw kunnen beoefenen. Ze leren anders kijken naar hun eigen potentie en de potentie van hun district. Niet iedereen hoeft landbouwer te worden, maar sommige van deze kinderen kunnen later ook landbouwdeskundige of bioloog of milieudeskundige worden.

3. Eerder is van deze auteur het boek ‘Opa wat is kokos?’ verschenen. Coronie staat bekend als het kokosdistrict. Een andere karakteristiek is dat de Coroniaanse gemeenschap veel plezier heeft bij het vertellen van verhalen. Deze indruk kreeg wetenschapper Jo-Ann Monsels vanaf 2013 tijdens haar bezoeken aan het kokosdistrict, waar ze als onderdeel van haar studie, onderzoek deed naar de leefwijze van de Coroniaanse gemeenschap. Na afronding van het onderzoek was ze van plan haar bevindingen in het district te presenteren, maar kwam daar om tal van redenen niet aan toe. Om het onderzoek naar het niveau van kinderen te brengen, besloot ze het verhaal middels een kinderboek uit te brengen. Met het boek ‘Opa, wat is kokos?’ hoopt ze een deel van de Coroniaanse pret te delen met de lezers. De tekeningen in het boek zijn gemaakt door Ruben Cabenda.